![]() |
In 2010 heeft het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen besloten over te gaan tot erkenning van de opleiding Gerechtelijk Deskundige van de samenwerkende faculteiten Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht en Open Universiteit.
Deskundigen die zich willen laten registreren dienen te voldoen aan de kwaliteitsnormen zoals weergegeven in het Besluit register deskundige in strafzaken en de opleiding waarin juridische faculteiten kunnen voorzien dient volgens het College de volgende kenmerken te hebben:
De studiebelasting van de opleiding is 80 uur, er zal een toets plaatsvinden en alleen diegenen die met goed gevolg de opleiding hebben afgesloten ontvangen een certificaat.
De opleiding bestaat uit twee delen: een theoretisch en een praktisch deel.
In het theoretische deel met een studiebelasting van 50 uren zal de kennis van het straf- en strafprocesrecht en sanctierecht centraal staan. Van de cursist wordt verwacht dat hij het op dit deel betrekking hebbende cursusmateriaal via een digitaal ondersteund leerproces zelfstandig bestudeert. Het cursusmateriaal wordt op een voor de Open Universiteit kenmerkende manier vormgegeven, te weten in de vorm van ‘begeleide zelfstudie’ en bestaat uit een regulier tekstboek plus een elektronisch werkboek. In het werkboek is de docent als het ware aan het woord. Dit materiaal bevat veel vragen en opdrachten met terugkoppeling, voorbeelden, studeeraanwijzingen plus oefententamens.
Via de elektronische leeromgeving kan de cursist ook in contact treden met één van de begeleiders en indien gewenst vragen stellen. Bovendien is het binnen die elektronische leeromgeving mogelijk dat cursisten ook onderling met elkaar contact hebben via zogeheten ‘elektronische community’s’. Dit deel van de cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets.
In het eerste deel van de cursus wordt aan het eind een overgang ingebouwd naar het praktische onderdeel van de opleiding doordat er geanonimiseerde procesdossiers c.q. processtukken ter beschikking worden gesteld op basis waarvan opdrachten zullen worden verstrekt, uiteindelijk resulterend in het schrijven van een deskundigenrapport. Hierbij zal zo mogelijk worden aangesloten bij de specifieke deskundigheid van de betrokken cursist.
Het tweede deel van de opleiding dat een studiebelasting heeft van 30 uren, is gericht op het trainen van vaardigheden op het gebied van rapporteren, taalgebruik en het optreden op de zitting. Dit deel van de opleiding geschiedt niet langer door middel van een digitale leeromgeving maar door een intensieve tweedaagse cursus met voorafgaande en tussentijdse opdrachten die zijn gebaseerd op het in deel I opgestelde deskundigenrapport. Hierbij worden vaardigheden getraind in een kleine groep onder begeleiding van ervaren docenten.
Naar aanleiding van het aan het einde van Deel I digitaal ter beschikking gesteld dossiermateriaal zal iedere cursist een opdracht krijgen op basis van een aantal vragen die door de politie, het OM of de rechter (kunnen) worden gesteld, een deskundigenrapport schrijven. Er wordt zoveel mogelijk gezorgd voor dossiers die geschikt zijn en aansluiten bij de specifieke deskundigheid van de cursist. Bij de FdR van de Universiteit Maastricht is een grote hoeveelheid aan dossiermateriaal beschikbaar dat ook gebruikt wordt bij de Oefenrechtbank, ook kunnen dossiers worden geanonimiseerd van de Advocatenpraktijk Universiteit Maastricht. De vaardigheidstraining zal verder in twee cursusdagen plaats vinden.