![]() |
De impact van een onveilig thuis op de ontwikkeling van een kind is enorm. Maar we kunnen invloed uitoefenen op de negatieve gevolgen van onveiligheid. Door zo jong mogelijk de onveiligheid te stoppen, terug te dringen of niet verder te laten escaleren. Door het zo kort mogelijk te laten voortduren. En door kind en ouders een gevoel van steun te geven. We willen er dus zo vroeg mogelijk bij zijn. Ook daarom spreken we over onveiligheid, in plaats van kindermishandeling of huiselijk geweld.
Uit allerlei onderzoeken en ervaringen, blijkt dat het handelen in de dagelijkse praktijk het verschil maakt in het waarborgen van veiligheid van kinderen. De expertise, protocollen, methoden en instrumenten zijn beschikbaar, maar dit vertalen naar (samen) doen blijkt in de praktijk lastig. De wet Meldcode (2013) wordt met mate geleefd.
De indruk is dus dat er winst te boeken is in het vroegtijdig signaleren van onveiligheid thuis van kinderen, en het op basis daarvan effectief handelen. Dit gebeurt binnen de zogenaamde vindplaatsen; plekken waar kinderen en hun ouders anderen tegenkomen. We richten ons eerst op de professionals die onderdeel zijn van de opvoedomgeving van kinderen. Zij kunnen in een vroeg stadium verschil maken (geven ook ervaringsdeskundigen aan). Het gaat om huisartsenzorg, verloskunde, kraamzorg, peuter- en kinderopvang, jeugdgezondheidszorg (waaronder schoolartsen), onderwijs, leerplicht en jongerenwerk. En om sociale teams en Veilig Thuis als ´ondersteuners´. Professionals maken het verschil door vroegtijdig te signaleren, zorgen bespreekbaar te maken en waar nodig hulp te organiseren als een kind thuis niet veilig is of lijkt.
Gebleken is dat hierin handelingsverlegenheid ervaren wordt. Deels doordat het onderwerp bij professionals zelf een gevoel van onveiligheid oproept, deels omdat het aan handelingsrepetoire ontbreekt. Niet zozeer door onvoldoende kennis, maar door dilemma’s die men in een dergelijke situatie tegenkomt. Ook de route die bewandeld kan/moet worden bij onveiligheid thuis is niet duidelijk. We kennen en vinden elkaar bovendien niet en de drempel om anderen te betrekken is hoog. We begrijpen de rol(invulling) van de ander ook niet altijd en dat zorgt voor ruis. Terwijl er behoefte is aan samen optrekken, gezien de complexiteit en beladenheid van het vraagstuk.
We willen daarom de handelingskracht en het samenspel in Midden-Groningen versterken. Niet met nieuwe convenanten of protocollen, maar door een onderzoeks-, leer en ontwikkelmodule ´Aan de slag met signalen´ aan te bieden, waarin we tegelijkertijd verkennen, leren en (afspraken) maken. In een serie van 3 bijeenkomsten gaan we met de professionals, vanuit de praktijk, in kleine groepen waarin het hele systeem of de hele keten vertegenwoordigd is, aan de slag met:
We delen onder begeleiding van een vakkundig procesbegeleider ervaringen, leren elkaar kennen en vinden en maken afspraken over rollen, routes en vervolgstappen. Na de tweede sessie maken we een handelingswijzer en na de derde sessie een stut-en-steunplan (wat gaan we nog meer organiseren om de handelingswijzer te gaan leven). Ervaringsdeskundigen participeren ook in de bijeenkomsten.
We organiseren de sessies in 2 kringen van natuurlijke partners:
Huisartsenzorg kan bij een van deze kringen aansluiten. Jeugdgezondheidszorg, Sociale Teams en Veilig Thuis sluiten bij beide kringen aan.
We vragen deelnemers de opbrengsten te delen en verder brengen (in hun organisatie). Naast de sessies voor professionals, nodigen we ook ondersteuners als leidinggevenden en beleidsmakers uit voor twee werksessies om te verkennen hoe zij kunnen bijdragen aan de handelingskracht en het samenspel van de professionals.
Deze opzet is tot stand gekomen na een inventarisatie in het veld. Via gesprekken met professionals en leidinggevenden (waaronder binnen de huisartsenzorg en GGD-Jeugdgezondheidszorg) is in beeld gebracht hoe het vraagstuk leeft, of er verbetermogelijkheden gezien wordt, waar dit zich op moet richten, hoe we een en ander verzilveren en waar dat aan moet voldoen. Een kopgroep met vertegenwoordigers van alle type professionals (waaronder een huisarts en iemand van de GGD) hebben bijgedragen aan deze opzet en participeren (als ambassadeur) in het proces.