Doelstellingen van de nascholing is het verhogen van de kwaliteit van zorg en het komen tot een goede klinische besluitvorming bij de behandeling van diabetes type-2 patiënten op basis van de huidige inzichten en de vigerende richtlijnen.
Programma:
- Diapresentatie over type-2-diabetes en de behandeling volgens de NHG-Standaard en aangeven wat de Amerikaans-Europese richtlijn (ADA/EASD 2012) voor de behandeling van diabetes type 2 aangeeft.
- Presentatie voorschrijfcijfers van orale bloedglucoseverlagende middelen, cijfers van bestaande middelen die de maximale dagdosering overschrijden, cijfers over meer dan 2 orale bloedglucoseverlagende middelen.
- Afspraken maken over de eerste orale medicatie en de dosering, welke toevoeging er gedaan wordt als met metformine niet uitgekomen wordt, welke de streefwaarden zijn van HbA1c bij ouderen, de plaats van de nieuwe middelen, al dan niet zelf overgaan op insuline.
Na afloop van deze cursus weet u:
- dat de eerste stap van farmacotherapie bij type-2-diabetes metformine is en blijft, ongeacht BMI, ook in en na 2013.
- dat bij niet bereiken van HbA1C < 7% = < 53 mmol/mol een tweede bloedglucoseverlagend middel wordt toegevoegd.
- welke de verschillen zijn tussen de toe te voegen middelen.
- dat het vooralsnog ongewenst is meer dan 2 glucose-verlagende middelen in te zetten.
- het normaal is dat na verloop van tijd geen goede regulatie met orale glucoseverlagende middelen meer mogelijk is en toevoeging van insuline noodzakelijk is.