De cursist is in staat leerprincipes te herkennen in de problematiek van de cliënt. De cursist is in staat gegevens over de problematiek van de cliënt te ordenen in een holistische theorie. De cursist kan een gefundeerde probleemkeuze maken. De cursist is in staat vanuit de probleemkeuze metingen te verrichten die kunnen leiden tot het opstellen van een functie- en/of betekenisanalyse. De cursist is in staat een behandelplan op te stellen dat logisch voortvloeit uit de eerder gemaakte analyses en probleemkeuze. De cursist maakt kennis met enkele basale interventiemethoden uit de cognitieve gedragstherapie. De cursist krijgt een globaal overzicht van de verschillende generaties gedragstherapieën.
Informatie zal gegeven worden in de vorm van inleidingen, interactieve discussies en demonstraties. Het oefenen met het maken van analyses zal gebeuren aan de hand van casus, zowel plenair als in subgroepen. Het leren ‘verkopen’ van analyses en behandelplan aan de cliënt zal geschieden door middel van rollenspelen in subgroepen. Op deze wijze zal tevens geoefend worden met basale interventietechnieken. Aandacht zal geschonken worden aan de plenaire nabespreking van zaken die in subgroepen geoefend worden.