Actinische keratosen en varices: de veranderende rol van de huisarts
Huisartsen spelen een belangrijke rol bij de vroegtijdige detectie van (pre-)huidmaligniteiten. Door de spectaculaire toename van de incidentie van alle vormen van huidkanker, wordt de groep patiënten die diagnostiek en behandeling behoeft steeds groter en zal een deel van de zorg verschuiven naar de eerste lijn. Daarom is het voor de huisarts, maar ook voor de dermatoloog, van groot belang om deze toename met betere transmurale zorg in goede banen te leiden. Vooral de ontwikkeling van niet-chirurgische interventies is in de laatste jaren snel gegaan en de meeste van deze behandelingen zijn goed uit te voeren door de huisarts. Met een geschatte prevalentie van 20% bij personen boven de 40 jaar zal vooral de diagnose keratosis actinica veelvuldig worden gesteld. Alhoewel progressie van keratosis actinica tot een plaveiselcelcarcinoom een reëel en toenemend probleem is, is behandeling van beginnende keratosis actinica niet altijd nodig. In de besluitvorming omtrent de behandeling spelen bijvoorbeeld leeftijd, immuunstatus en type keratosis actinica een rol. De diagnose kan vaak door inspectie en palpatie worden gesteld, doch er zijn ook indicaties tot nadere diagnostiek (biopt), al dan niet door de huisarts zelf uitgevoerd. Behandelopties kunnen zijn cryotherapie, fotodynamische therapie, of topische therapie met 5-fluoruracil, Imiquimod of inginol mebutaat. Inginol mebutaat is sinds 2013 op de markt. De voor- en nadelen van de verschillende therapieën zullen worden besproken. De presentatie gaat in op het klinisch beeld van keratosis actinica, alsmede de differentiaal diagnose met andere huidmaligniteiten, de epidemiologische aspecten en richtlijnen voor diagnostiek en behandeling.
Leerdoelen:
De huisarts kent het klinisch beeld van keratosis actinica en weet welke klinische presentaties en risicogroepen verdere diagnostiek en behandeling behoeven.
De huisarts kent de toepassingen en meest voorkomende bijwerkingen van topische therapieën voor keratosis actinica.
De huisarts kent de techniek van cryotherapie van keratosis actinica, en weet wanneer deze toe te passen.
Deze vaardigheid van het nemen van een biopt en de toepassing van cryotherapie worden live geoefend.
Het tweede onderwerp van de nascholing betreft de medische indicaties voor verwijzing en behandeling van varices en de nieuwste ontwikkelingen in diagnostiek en behandeling. De zorgverzekeraars hebben al aangegeven dat de regierol van de huisarts hier belangrijker gaat worden. Nog maar een deel van de varices valt onder de verzekerde zorg. Voor 2014 is dit waarschijnlijk minimaal de C2 varices (stamvarices). De huisarts zal in de komende jaren gevraagd worden door te verwijzen op grond van deze nieuwe inzichten. De presentatie gaat in op de diagnostiek en behandeling van varices, alsmede de indicaties en implicaties van nieuwe behandeltechnieken.
Leerdoelen:
De huisarts is op de hoogte van de internationale CEAP classificatie voor varices en neemt kennis van de medische indicaties voor verwijzing.
De huisarts is op de hoogte van het klachtenpatroon van varices, de risicofactoren en de lange termijn gevolgen.
De huisarts neemt kennis van gebruikelijke en nieuwe behandelmethoden.
Programma
17.30 uur Ontvangst
18.00 uur Introductie door de voorzitter - Mw. Krijnen, dermatoloog
18.05 uur Keratosis actinica: casus, prevalentie, diagnostiek en behandeling - Mw Krijnen, dermatoloog
18.40 uur Hands-on cryotherapie en biopteren - De heer Y.F. Faber, dermatoloog - De heer Galvis Martinez, dermatoloog - Mw. R. Krijnen, dermatoloog
19.10 uur Pauze
19.25 uur Varices: wanneer verwijzen en wat wij doen - De heer P. Hintzen, chirurg
19.55 uur Afsluiting - Mw. Krijnen, dermatoloog