In deze cursus leert u de verschillende vormen van dementie kennen. U leert waarom het stellen van de diagnose dementie belangrijk is. U krijgt inzicht in de epidemiologie van dementie. Verder maakt u kennis met de diagnostische criteria voor het dementiesyndroom, de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, dementie met Lewy bodies, dementie door Parkinson en milde cognitieve stoornissen (mild cognitive impairment, MCI).
U leert de verschillende onderdelen van het diagnostisch onderzoek van dementie kennen. Ziektediagnostiek bestaat uit anamnese en heteroanamnese, observatie, lichamelijk, neurologisch en psychiatrisch onderzoek, laboratoriumonderzoek, neuropsychologisch en beeldvormend onderzoek, eeg-onderzoek, liquor- en genetisch onderzoek. Ook zorgdiagnostiek is een onderdeel van het diagnostisch proces. Daarnaast komen verschillende valkuilen bij het diagnosticeren van dementie in deze cursus aan bod.
Deze cursus bestaat uit twee modules. In module 1 komen het basisonderzoek en aanvullend onderzoek aan bod, evenals de diagnostische criteria van het dementiesyndroom, de ziekte van Alzheimer (ZvA), dementie met Lewy bodies (DLB) en parkinsondementie (PDD). Module 2 behandelt de diagnostiek van vasculaire dementie (VaD), frontotemporale dementie (FTD) en mild cognitive impairment (MCI), evenals specialistisch onderzoek en zorgdiagnostiek. Module 1 en 2 leveren gezamenlijk 4 punten op.
Na het volgen van deze cursus (module 1 en 2):
Deze cursus heeft twee modules en een eindtoets.