De huisarts is de specialist voor alledaagse aandoeningen. Oftewel: de huisarts ziet veel ziektes en kwalen die in de tweede lijn zelden of nooit gezien worden. De basisopleiding van artsen is sterk gericht op grote kwalen als hart- vaatziekten en aandoeningen die de huisarts zelden tegenkomt. Daarom is aparte aandacht nodig voor alledaagse aandoeningen als de arts de huisartsenpraktijk ingaat. Probleem daarbij is dat er in de medische literatuur weinig te vinden is over kleine kwalen en alledaagse klachten. De wetenschappelijke onderbouwing van het diagnostisch en therapeutisch handelen bij deze aandoeningen laat te wensen over. Gelukkig is daar de laatste tijd wel meer aandacht voor, getuige bijvoorbeeld het rapport van de Gezondheidsraad Onderzoek waar je beter van wordt. Maar voorlopig moeten we het bij veel van deze aandoeningen nog doen met aanbevelingen die gebaseerd zijn op ervaring of consensus. Dat maakt het behandelen van alledaagse aandoeningen niet minder leuk: veel huisartsen ervaren het als een inspirerend deel van hun werk.
Deze nascholing bestaat uit twee delen. In BLOK A worden algemene principes van alledaagse aandoeningen besproken. De vraag wordt opgeworpen of u patiënten meer zelf zou willen laten zorgen voor hun kleine kwalen en of uw praktijkassistent of een physician assistant u zou kunnen ontlasten bij het vele werk dat alledaagse aandoeningen met zich meebrengen, en of u dat zou willen.
De meest voorkomende alledaagse aandoeningen zijn klachten van de huid en van het bewegingsapparaat. In BLOK B wordt daarom de nummer één van de dermatologische problemen besproken: wratten in drie verschijningsvormen en met vragen van patiënten waar u misschien even over na moet denken. Daarna komt dan het bewegingsapparaat aan de orde. Niet de schouder-, heup- of knieklachten, maar de vaak wat vergeten voetklachten. De meest voorkomende oorzaak van respectievelijk voorvoetpijn en achtervoetpijn komen in twee casussen voorbij.
Na afloop van dit nascholingsprogramma: