Mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij Nederlandse vrouwen. De kans dat een vrouw gedurende haar leven invasieve borstkanker of ductaal carcinoma in situ (DCIS) krijgt, is ongeveer 12% (1 op de 8 vrouwen). In Nederland werd in 2016 bij 14.640 vrouwen invasieve borstkanker en bij 2.548 vrouwen DCIS gediagnosticeerd. Hiervan werd 4% voor het 40e levensjaar, 16% tussen het 40e en 50e levensjaar, 26% tussen het 50e en 60e levensjaar en 54% na het 60e levensjaar vastgesteld. Door de vervroegde ontdekking van tumoren via het bevolkingsonderzoek borstkanker bij vrouwen van 50 tot 75 jaar, de verbeterde stadiëring en de toepassing van radio-, chemo-, immuno- en antihormonale therapie, is de prognose van borstkanker de afgelopen decennia aanzienlijk verbeterd.
Wanneer u -al dan niet via het bevolkingsonderzoek- bij één van uw patiënten een mammacarcinoom vermoedt, stuurt u haar door. De laatste jaren is er zowel op het gebied van diagnostiek als op het gebied van de behandeling veel veranderd. In deze nascholing wordt u op de hoogte gebracht van de kansen op borstkanker bij bepaalde klachten waarmee vrouwen zich op het spreekuur presenteren. Die kansen blijken niet erg groot te zijn. U wordt ook op de hoogte gebracht van de laatste inzichten, zodat u weet wat er met uw patiënten gebeurt nadat u ze hebt doorverwezen en u adequaat kunt omspringen met hun vragen. Is borstsparende chirurgie met nabestraling bijvoorbeeld echt zo veilig als mastectomie of zelfs veiliger in bepaalde gevallen?
Het aspect ‘nazorg na verwijzing’ krijgt in de vernieuwde NHG-Standaard uitgebreid aandacht. Dit vindt plaats in het kader van ontwikkelingen rond de rol van de huisarts in de verschillende fasen in het zorgproces van patiënten met borstkanker (zie ook het NHG-Standpunt Oncologische zorg in de huisartsenpraktijk). Als aandachtspunt bij verwijzing wordt genoemd het bespreken met de patiënt of zij het wenselijk vindt om contact te houden tijdens het (verdere) diagnostische en behandeltraject. En als dit het geval is, de patiënt vragen een afspraak te maken voor een vervolgconsult of telefonisch contact op te nemen bij een diagnose met belangrijke consequenties. Een en ander kan dan samen doorgenomen worden, onder andere met de kennis die in dit nascholingsprogramma is opgedaan.
Na afloop van deze nascholing weet u: