Deze cursus gaat over seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA). In deze cursus kijken we onder andere aan de hand van een casus uit de praktijk naar zaken die van belang zijn bij de anamnese, diagnose van seksueel overdraagbare aandoeningen en het te voeren beleid bij soa. Hierbij komen enkele aspecten aan de orde in de soa-zorg in Nederland en de preventie. Basis voor de kennis is de NHG-standaard en de multidisciplinaire richtlijn SOA (2018).

De belangrijkste vragen die een huisarts kan en moet stellen: Wie doet wat? Hoe? Met wie en wanneer? De dokter heeft een eigen referentiekader en het is van belang onbevooroordeeld te vragen. Als de huisarts goede en open vragen stelt wordt ruimte gegeven aan de patiënt om te antwoorden. Een open houding en goede communicatie maken de zorg (ook) voor de soa-patiënt duidelijk en niet heel lastig.

Na het volgen van deze cursus:

• bent u bekend met de drie c’s bij het soa-consult in de huisartspraktijk.
• kunt u de big five van de soa benoemen.
• kunt u de behandeling van de big five van de soa’s toepassen.
• kunt u zich bedienen van de zorgkaart voor soa in Nederland.
• heeft u handvatten om meer soa in de praktijk op te sporen.
• bent u bekend met diagnostiek en behandeling van andere soa zoals hepatitis, herpes genitalis en anogenitale wratten.

Deze cursus bestaat uit een module en een eindtoets.