Als arts kunt u met kindermishandeling in aanraking komen en heeft u een taak in het signaleren hiervan. Deze cursus biedt u daarbij handvatten.

De cursus start met uitleg over de verschillende vormen van kindermishandeling, het ontstaan en de gevolgen ervan. Vervolgens leert u hoe u door middel van screeningsvragen een mogelijk vermoeden van kindermishandeling kunt onderbouwen. U ziet hoe een expert een top teen onderzoek uitvoert en leert waar u op moet letten bij een dergelijk onderzoek, hoe u gegevens noteert en hoe u letsels fotografeert. U maakt kennis met de Wet Meldcode en de stappen van de KNMG-code.

Door de interactieve werkvormen gaat u zelf actief met de informatie aan de slag. U past de aangeboden informatie toe en wisselt ervaringen uit met medecursisten. De werkvormen worden afgewisseld met animaties en casuïstiekfragmenten.

Inhoud

• U leert welke vormen van kindermishandeling er zijn.
• U leert hoe kindermishandeling ontstaat en wat de gevolgen ervan kunnen zijn.
• U leert risicofactoren voor het ontstaan van kindermishandeling herkennen.
• U leert hoe u door screeningsvragen een vermoeden van kindermishandeling kunt onderbouwen.
• U ziet hoe een expert een top-teenonderzoek uitvoert. U leert waar u op moet letten bij zo’n onderzoek, hoe u gegevens noteert en hoe u letsels fotografeert.
• U maakt kennis met de Wet meldcode en de stappen van de KNMG-code.

Leerdoelen:

1. Kennis:
   - Vormen van kindermishandeling, het ontstaan en de gevolgen van kindermishandeling, een screeningsinstrument, lichamelijk onderzoek, de Wet Meldcode en de stappen van de KNMG-code.
2. Houding:
   - Bewustzijn dat kindermishandeling voorkomt en erkennen dat u een verantwoordelijkheid hebt in de signalering en aanpak daarvan.
3. Vaardigheden:
   - Risicofactoren voor het ontstaan van kindermishandeling herkennen, een anamnese afnemen, patronen gerelateerd aan kindermishandeling herkennen en letsels beschrijven.